Mannelijk bewustzijn

BEGRIJPEN VAN SCHADUW EN LICHT 111 Ernst had zijn toekomst als rector van een scholengemeenschap al opgegeven. Zijn nieuwe directeur was echter volhardender dan diens voorganger, want hij vond die functie op zijn lijf geschreven. Hij bood Ernst de functie aan, maar Ernst hoefde er niet lang over na te denken; het antwoord was nee. De directeur vroeg aan Ernst wat hem tegenhield om deze functie aan te nemen. Ernst kwam met allerlei smoesjes als ‘te veel verantwoordelijkheid’ en ‘het is nu toch ook goed’. De directeur prikte op een respectvolle wijze door de maskers van Ernst heen. Hij vroeg nogmaals: “Ernst, welke verantwoordelijkheid wil je precies uit de weg gaan?” En toen vertelde Ernst zijn verhaal, zoals iedereen een verhaal heeft. Een verhaal om maar niet te hoeven doen, wat we echt willen. Een verhaal waarmee we ons kleiner voordoen dan we werkelijk vanuit ons centrum zijn. Twaalf jaar was Ernst toen hij een presentatie mocht geven op een ouderavond van de school. Hij was goed voorbereid om zijn verhaal te vertellen voor wel 100 mensen. Op het moment dat hij begon, weigerde de microfoon. Zelf had hij dat niet door. De zaal lachte en de kleine Ernst begreep het niet. Hij kon wel door de grond zakken. Dit zou hij nooit meer meemaken. Hij nam het besluit om nooit meer voor een groep te spreken. De betekenis die Ernst had gegeven aan het uitlachen was: ‘ik ben niet goed genoeg’. Ernst had daarom sinds zijn twaalfde nooit meer voor groepen gesproken. Met steun van zijn directeur was hij bereid om dit nu te leren. Hiervoor moest hij de weerstand aangaan, die hem nog tegenhield. Hij leerde de ervaring uit het verleden nieuwe betekenis te geven en zijn schaduwovertuiging ‘ik ben niet goed genoeg’ te transformeren. Stapsgewijs leerde hij voor steeds grotere groepen te spreken.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjQxOTk=